Boeren en tuinders kunnen steeds minder rekenen op hun zoon of dochter om het bedrijf voort te zetten. Het aandeel agrarische bedrijven waarvan de opvolger al bekend is, is gedaald van 36 procent in 2007 naar 32 procent in 2011. Van de land- en tuinbouwers met concrete plannen om te stoppen of af te bouwen heeft maar liefst 95 procent geen opvolger paraat.

Dit blijkt uit een donderdag gepubliceerde enquĂȘte van onderzoeksbureau AgriDirect onder zo’n 8000 landbouwbedrijven met een bedrijfshoofd van 50 jaar of ouder. De dalende trend is zichtbaar in alle agrarische sectoren, maar in de akker- en tuinbouw is de situatie het meest zorgwekkend. Daar is in respectievelijk 24,8 en 26,1 procent van de bedrijven de opvolger al bekend.

“Net als de rest van de samenleving hebben ook wij te maken met vergrijzing”, verklaart melkveehouder John Hilhorst, tevens voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). “Daarbij lijkt een groeiend aantal jongeren niet bereid om voor een beroep te kiezen dat zo veel opoffering vereist als dat van de boer. Het werk is soms lastig te combineren met hobby’s en het blijft een kapitaalsintensieve sector met een laag rendement.”

Onlangs berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat in 2011 per dag omgerekend bijna 5 boerenbedrijven zonder opvolging moesten stoppen.

Ontdek meer van VOG Verenigde Ondernemers Geertruidenberg

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder