Vanuit de raad zijn vragen gesteld aan het college omdat 1800m2 supermarkt in G’berg niet overeenstemt met de in het detailhandelsonderzoek vastgestelde uitbreidingsruimte. Circa 800m2 supermarkt oppervlak zou dan slechts haalbaar zijn om de supermarkten binnen de gemeente economisch rendabel te houden. Het antwoord van het college is dat men het onderzoek niet beschouwt als een totaalopvatting en men geen rekening houdt met de economische haalbaarheid van supermarkten. Men zegt zich te concentreren zich op een adequaat voorzieningenniveau binnen de kernen.
De vragen en antwoorden zijn volledig als volgt:
Vraag: Is het college van mening dat dit onderzoek dient te worden gebruikt als leidraad voor het maken van een totaal visie binnen onze gemeente Geertruidenberg voor het totale winkeloppervlakte mbt dagelijkse boodschappen binnen onze gemeente?
Antwoord: Het distributie-planologisch onderzoek, dat is uitgevoerd heeft gediend voor het centrum van de kern Raamsdonksveer. Een totaalvisie is naar de opvatting van ons college niet aan de orde.
Vraag: Kan het college een onderbouwing geven waarom er binnen de oude kom van Geertruidenberg word gekozen voor een winkelopp. van 1800m2, wat bijna 1000m2 meer is tov van het advies van BRO. BRO heeft geadviseerd een winkelopp van 850 – 900m2, incl verwachtte bevolkingsgroei.
Antwoord: Zoals uit bovenstaand antwoord kan worden afgeleid is de oppervlakte van 1800m² niet gebaseerd op het dpo, maar is benodigd om een supermarkt economisch rendabel te maken.
Vraag: Kan het college aangeven welke “bescherming” zij denken te kunnen bieden aan de veel kleinere Supermarkt Plus gesitueerd bij Sporthal de Veste? Mogen wij hier een zelfde soort status verwachtten als de “bescherming” van de andere supermarkt de Plus te Raamsdonksveer?
Antwoord: Ons college heeft de zorg voor een adequaat voorzieningenniveau binnen de kernen zelf en tussen de kernen onderling. Dit kan evenwel niet leiden tot bescherming van individuele ondernemers.
Vraag: Welke aandacht en bescherming kunnen en mogen de kleinere supermarkten verwachtten van ons college zonder dat er sprake is van concurrentie vervalsing??
Antwoord: De bescherming van concurrentie is geen overheidsaangelegenheid. De keuze of ondernemers zich vestigen of doorgaan en binnen welke branche rust bij henzelf. De rol van de overheid is een randvoorwaardelijke.
Het VOG-bestuur zet vraagtekens bij de wijze waarop het college met een – in haar opdracht uitgevoerd onderzoek – omgaat en de wijze waarop ondernemersbelangen daardoor ondergeschikt gemaakt worden aan het realiseerbaar maken van een bouwproject.