In Noord-Brabant gingen vorige maand 117 bedrijven op de fles. Daarmee scoorde deze provincie in absolute getallen het hoogst. In vergelijking met april vorig jaar is er sprake van een stijging van 89 procent.
Het aantal faillissementen in Nederland lag in april bijna 42 procent hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. In april 2008 gingen 388 bedrijven failliet; een jaar later waren dat er 549. Dat blijkt uit gisteren gepubliceerde cijfers van marktonderzoeksbureau Dun & Bradstreet. Opvallend is dat de cijfers per provincie zeer uiteenlopen. Friesland kende procentueel de grootste stijging van het aantal faillissementen ten opzichte van vorig jaar april. Toen gingen in die provincie slechts 4 bedrijven over de kop. In april 2009 waren dat er 18; een stijging van maar liefst 350 procent.
Noord-Brabant neemt ruim een vijfde (21,7 procent) van het totale aantal Nederlandse faillissementen voor zijn rekening. Dat is te wijten aan de omvangrijke maakindustrie. Juist in die sector slaat de crisis hard toe. Ook Zuid-Holland (91) en Noord-Holland (84) noteerden veel faillissementen in april. In Zeeland liep het aantal faillissementen juist terug, van vijf naar twee.
Opvallend is dat de onderzoekers van Dun & Bradstreet een afname van het aantal faillissementen in sectoren als transport, makelaardij, vastgoed en horeca noteerden ten opzichte van april 2008. Die sectoren kenden in het eerste kwartaal van 2009 juist veel meer faillissementen dan over het eerste kwartaal van 2008. Volgens de onderzoekers kan dat een signaal zijn dat in die sectoren het ergste achter de rug is.
Het aantal faillissementen per provincie verschilt dus sterk. Het eerste cijfer is het aantal in april 2008, het tweede in april 2009: Drenthe (18) 25, Flevoland (11) 23, Friesland (4) 18, Gelderland (42) 47, Groningen (13) 13, Limburg (31) 38, Noord-Brabant (62) 117, Noord-Holland (89) 84, Overijssel (15) 34, Utrecht (32) 46, Zeeland (5) 2, Zuid-Holand (65) 91.