De bouw is getroffen door een zeer zware storm die ook in 2011 nog niet zal gaan liggen. Opdrogende orderportefeuilles en teruglopende winsten zullen volgend jaar naar verwachting leiden tot grote faillissementen. Het gemiddelde bouwbedrijf reageert als een konijn gevangen in de koplampen van de crisis en wil niets weten van vernieuwing en verandering.

De maatschappelijke populariteit van de sector is zeer gering. De sector zucht onder het juk van een belabberd imago. De gemiddelde vinexwijk-bewoner heeft het gevoel dat hij veel te veel heeft betaald voor zijn huis vol bouwfouten. Beelden van frauderende bouwdirecteuren met dure horloges en grote auto’s zijn niet zo maar uit te wissen. Dat de beroepsgroep bloedt, lijkt weinigen te deren. Het ‘lekker puh, eigen schuld dikke bult’ is voelbaar en hoorbaar.

De lobby vanuit de sector zelf zet weinig zoden aan de dijk. Consumenten zien het recent ingevoerde lagere btw-tarief voor renovatie en onderhoud als een cadeautje van de overheid en niet als steun in de rug voor de sector. Bovendien helpt het niet dat Vereniging Eigen Huis steeds meer signalen krijgt dat de aannemers het btw-voordeel niet aan de klant doorberekenen maar in eigen zak steken.
Los daarvan is er sprake van een structureel probleem in de bedrijfstak: er wordt, alle beloftes ten spijt, nog steeds slecht geluisterd naar wat de klant écht wil. Juist de crisis is de uitgelezen mogelijkheid om creatiever te werk te gaan.

Innovatie wordt nu vooral met de mond beleden. Waar andere landen in hoog tempo allerlei vernieuwingen – zoals qua techniek als contractvormen – doorvoeren, blijft Nederland hangen in een praatcultuur. De hiërarchie binnen bouwbedrijven lijkt onuitroeibaar, terwijl innovatie van onderop moet komen om succes te kunnen hebben. Het ondernemerschap van het personeel wordt nauwelijks benut. Het bolwerk van ‘oude heren’ schuwt vernieuwing en verandering behalve als het gaat om het kostenverlagingen.
Minder praten en meer doen past perfect in een bedrijfstak die het juist moet hebben van mouwen opstropen. Leren van anderen. Van jongere werknemers, van andere sectoren en zelfs van concurrenten. Wie die handschoen oppakt, heeft een voorsprong.

Een goed idee kan bovendien gemakkelijk worden verzilverd in een markt die snakt naar innovaties waar opdrachtgevers en consumenten blij van worden. De bouw heeft geen andere keus dan te werken aan kwaliteitsverbetering.

Klantgerichtheid is geen hype maar een gouden kans voor een geknakte bedrijfstak.

Ontdek meer van VOG Verenigde Ondernemers Geertruidenberg

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder